Hermie Braaksma, Miriam Wolfkamp en Geke Rensink zijn alle drie locatieassistent bij De Weerde. Zij werken allemaal op een andere locatie. Hermie werkt op de Lage Bothof in Enschede, Miriam bij de Rijnstraat in Nijverdal en Geke op de Hanzelaan in Almelo. We zijn op bezoek bij Geke en gaan in gesprek over hun werk en belevenissen als locatieassistent.
Geke: “Ik werkte via de thuiszorg bij een cliënt in Nijverdal en die verhuisde naar De Weerde. Diens begeleidster benaderde mij dat er in Almelo een vacature voor een locatieassistent was. Ik startte eerst deels in Nijverdal en deels in Almelo en later kon ik helemaal in Almelo aan de slag. Ik werk 36 uur.”
Hermie: “Ik deed hetzelfde werk in de zorg voor verstandelijk beperkte mensen. Daar kon ik niet meer uren krijgen en dat wilde ik wel graag. Via via hoorde ik dat die mogelijkheid er bij De Weerde wel was. Ik heb gewikt en gewogen, wat houdt die functie dan in?”
Miriam: “Ik heb 35 jaar bij Albert Heijn gewerkt, maar ik wilde wel eens wat anders. Mijn man kende iemand bij De Weerde en mijn dochter werkt hier al, ze helpt Geke als bijbaantje. Zo ben ik in gesprek geraakt en een keer wezen kijken. Ik dacht toen, als ik wat anders wil, moet ik het nu doen.”
Geke heeft inmiddels de 1-jarige opleiding helpende zorg- en welzijn gevolgd. Ook Hermie gaat deze opleiding binnenkort volgen. Hermie: “Dat vind ik wel spannend, het is lang geleden dat ik naar school ging!” Miriam gaat hem in de toekomst waarschijnlijk ook doen. Geke stelt de andere dames gerust: “Het valt mee hoor, het meeste ken je al wel.”
Wat vinden jullie van het werk?
“Ik vind het geweldig!” zegt Geke enthousiast en ze straalt van oor tot oor. “Dat had ik veel eerder moeten doen!” De twee andere dames zijn het er helemaal mee eens. “Heerlijk,” vindt Hermie, “je zorgt voor mensen en ik voel me soms net een moeder. Je krijgt veel waardering!” Ook Miriam beaamt dat ze het eerder had moeten doen. “Het is zo gemoedelijk en er heerst zo’n huiselijke sfeer. En er is zoveel mogelijk als je wat wil.” Dat valt ook Hermie op. “Ik heb ook in de ouderenzorg gewerkt, daar had ik geen tijd om een praatje te maken met de ouderen. Dat vond ik zo erg!”
Wat doen jullie zoal?
Naast de huishoudelijke taken, helpen ze waar ze kunnen. Hermie gaat bijvoorbeeld ook wandelen met cliënten. Dan drinken ze ergens een kopje koffie met wat lekkers. “Of we gaan een ijsje halen.” Of ze springen bij als er iemand ergens heen moet. Geke is meestal alleen op de locatie te vinden. Ze stelt de menu’s samen voor de hele week en bestelt de boodschappen. Ook kookt zij meestal. Hermie kookt meestal op woensdag en zaterdag als de kok er niet is. Miriam kookt ook wel met cliënten apart. Bij Hermie en Geke op de locatie doen de begeleiders dat. Op alle locaties zijn ze met gezond eten bezig. Zo zijn koekjes op tafel er niet meer, maar ligt er fruit.
Wat is jullie ervaring met cliënten?
Hermie vond het eerst wel spannend. “Maar je leert ze kennen en ze moeten eerst vertrouwen in je krijgen.” Geke denkt ook graag met ze mee. “Laatst stelde ik voor om samen wat te doen, drie cliënten wilden wel gaan picknicken. Ze deden de boodschappen en we hebben samen gezellig gepicknickt. Een van hen had een kaartspelletje mee en dat hebben we ook nog gedaan. Het hoeft niet lang te duren, maar ze zijn er dan toch even uit!” Cliënten helpen soms ook bij huishoudelijke taken zoals afwassen of de was opvouwen. Hermie ‘hielp’ in het begin cliënten soms te veel met sommige dingen. “Dan zei ik ‘dat doe ik wel even’, maar je moet oppassen dat sommigen er geen misbruik van maken. Ze kregen het dan bij de begeleiding niet voor elkaar en bij mij wel. Maar dat leer je wel!” Ze vindt het een voordeel dat ze wat ‘ouder’ is. “Ze vertrouwen me snel, ik ben een moederlijk type. Met kerst kreeg ik van een cliënt een cadeautje met een mooi gedicht. Dat kwam wel binnen.” “Het gaat je soms aan je hart, dat herken ik wel,” zegt Miriam. “Je gunt ze een ‘normaal’ leven. Laatst sprak ik een cliënt aan om iets voor z’n moeder te halen voor moederdag.” Geke vindt het een voordeel dat ze niet de diepte in kan en hoeft te gaan met cliënten. “Het is fijn om een ‘oppervlakkig’ gesprek te hebben, cliënten moeten al zoveel. Met het koken, vertellen cliënten soms hele verhalen. Ik bied daarvoor een luisterend oor. Ze hoeven van mij niks, ze praten makkelijk.”